Hydrofoberen ervaringen

Wat zijn de ervaringen van hydrofoberende middelen?


Hydrofoberen of impregneren is afgeleid van het Latijnse woord “impregnare” welke indringen of doordringen betekend. Het materiaal waarop hydrofuge zal worden toegepast moet dus indringbaar zijn. Dichte of harde materialen zoals graniet of basalt zijn daarom praktisch niet geschikt om te hydrofoberen. Hydrofoberen is echter zeer geschikt voor de behandeling van poreuze, zuigkrachtige mi­nerale bouwmaterialen zoals baksteen, pleisterwerk, kalkzandsteen, zandsteen, tufsteen, kalksteen, gasbeton en gewapend beton.

Het juiste hydrofobeermiddel kiezen?

Omdat hydrofobeermiddelen vrijwel continu aan invloeden van het milieu (regen, zon, wind en schadelijk stoffen) blootstaan en ze ook langdurig werkzaam moeten zijn, moeten deze dan ook aan hoge eisen voldoen. Hierbij is vooral de alkalibestendigheid (tot ph-waarde 13) van hydrofobeermiddelen van bijzonder belang is. Andere factoren zijn:
– de UV -bestendigheid
– kleurloos opdrogend
– kleefvrij opdrogend
– goed indringvermogen (min. 3 tot 5 mm)
– het reduceren van de wateropname
– geen wezenlijke verandering van de waterdamp doorlaatbaarheid
– gemakkelijk te verwerken
– overschilderbaar

De Water-Dicht deskundige heeft de nodige kennis en ervaring om tot een verantwoorde keuze voor het juiste hydrofobeermiddel te komen. Indien nodig dan doen we dit op basis van een geschiktheidstest. Bij het uitvoeren van een dergelijke hybrofeertest kan de indringdiepte vastgesteld worden.

Aandachtspunten van belang bij hydrofoberen

De aandachtspunten van belang bij hydrofoberen zijn:
– De te hydrofoberen gevel moet gaaf zijn. Er mogen geen doorgaande scheuren in zitten. Scheuren breder dan 0,3 mm moeten vooraf gerepareerd worden.
– Het voegwerk moet gaaf zijn en voldoende samenhang vertonen zodat herstelwerkzaamheden professioneel kunnen worden uitgevoerd.
– Indien de gevel zichtbare zoutuitslag vertoont, dan zal de Water-Dicht specialist een onderzoek verrichten naar de aard en oorzaak van deze uitslag.
– Vervuilde gevels worden vóór het hydrofoberen eerst gereinigd en grondig nagespoeld. Dat laatste is nodig omdat eventuele restanten van reinigingsmiddelen de waterwerende werking van hydrofuge nadelig kunnen beïnvloeden.
– Nagegaan wordt eveneens of het oplosmiddel van het te gebruiken hydrofobeermiddel onschadelijk is voor aanwezige voeg -, afdichting – en isolatiematerialen.
– De aan te brengen waterwerende laag moet voldoende indringdiepte krijgen. Een te vochtige gevel moet om die reden eerst drogen.
– Vers beton, metselwerk of pleisterwerk hebben in aanvang een hoog alkaligehalte. Alkalische stoffen tasten hydrofobeermiddelen aan. Twee tot drie weken na het gereedkomen van een nieuwe gevel is het alkaligehalte echter zover gedaald, dat de behandeling kan plaatsvinden.
– Hydrofobeer de hele gevel. Ontraden wordt een gedeelte van de gevel te hydrofoberen. Dit vanwege o.a. mogelijke storende kleurverschillen tussen een onbehandeld en gehydrofobeerd gedeelte en het mogelijk afvriezen van de waterwerende laag nadat water, ingedrongen in het onbehandelde gedeelte, achter de waterwerende laag is gekropen en opgesloten is geraakt.
– Verwerking kan het beste geschieden volgens de z.g. lagedruk vloeimethode, waarbij het hydrofoberende middel “nat in nat”, onder lage druk, wordt aangebracht. Afhankelijk van de zuigkracht van de ondergrond kunnen meerdere behandelingen noodzakelijk zijn. Materiaalverbruik en indringdiepte worden gecontroleerd.

Ook last van opstijgend vocht? →Contacteer me voor een definitieve oplossing